Notes |
- http://www.meertens.knaw.nl/nfb/detail_naam.php?gba_naam=van+der+wissel&nfd_naam=Wissel%2C+van+der&info=documentatie&operator=cn&taal=
Neeltgen in de Wissel, aangeslagene bij de capitale impositie van 1585 te Amsterdam; = Neeltgen Cornelisdr, wed. van Mr. Dirck Dircksz Alewijn (1530-1573), die wisselaar was; zoon Jacob Dircksz Alewijn zette dit bedrijf voort, was in 1568 wisselaar in de Wissel in de Warmoesstraat. Lyncken in de Wissel, ws. wisselaar [Dillen van-1941, p 38, 104].
==============
http://www.duiten.nl/gelderland.html
Muntmeester Jacob Dirkszoon Alewijn was oorspronkelijk een poorter van Amsterdam maar was sinds 19 oktober 1569 muntmeester van Gelderland. Zijn vader was Mr. Dirk Dirkszn. Alewijn, wisselaar te Amsterdam in de Warmoestraat in het huis "in den wissel". Zijn familie bezat grond in de Beemster nabij Purmerend. Hier waren zij eigenaar van de buitenhuizen Vredenburgh en de meermin. De familie voerde een familiewapen met in het 1e en 4e kwartier drie penningen en in het 2e en 3e kwartier een meermin met spiegel in de hand. In het hartschild is een burcht afgebeeld. De drie penningen in het wapen verwijzen naar het beroep van wisselaar en/of muntmeester. Muntmeester Alewijn heeft geen gebruik gemaakt van afbeeldingen uit zijn familiewapen als muntmeesterteken. In plaats hiervan gebruikte hij het zogenaamde Gelders kruis. Alewijn kreeg in 1579, na de totstandkoming van de unie van Utrecht, samen met het overige muntpersoneel ontslag. Zij werden tegelijkertijd van hun eed aan de koning ontslagen. Hierna werden zij wederom aangenomen maar nu in dienst van de Staten van Gelderland en het graafschap Zutphen zelf, alleen muntmeester Alewijn werd niet opnieuw aangenomen. In zijn plaats werd zijn zwager Jacob Janszoon de Jonghe (ook van Velsen en van Haerlem genoemd) op 21 mei 1579 als muntmeester aangesteld47. Deze had reeds als adjunct muntmeester gefungeerd op de munt en was er dus volkomen mee vertrouwd. Volgens Nyhoff1 was Alewijn niet opnieuw aangenomen omdat hij tijdens de omwenteling teveel voorkeur voor de Spaanse zijde zou hebben gehad. Hem werd wel beloofd dat als de Jonghe zou komen te overlijden hij wederom als muntmeester aangenomen zou worden. Reeds een jaar later (20 mei 1580) werd Alewijn opnieuw als muntmeester aangenomen omdat de Jonghe naar de munt van de Staten van Holland vertrok. Alewijn bleef vervolgens tot zijn dood (26 mei 1606) muntmeester van Gelderland. Hij werd hierna opgevolgd door zijn zoon Johan Alewijn die waarschijnlijk wel al op de munt gewerkt zal hebben in een andere functie. Johan Alewijn blijft muntmeester tot 1635 en wordt opgevolgd door een lid van de familie Wijntgens.
==================
http://www.dbnl.org/tekst/_gid001188601_01/_gid001188601_01_0017.php
De stamboom der familie klimt op tot Diderick 'de Haleuin,' die door koning Frans I voor Pavia tot ridder werd geslagen, indien wij althans den adelbrief mogen gelooven, dien Lodewijk XIII in 1623 schonk aan den kleinzoon Dirk Halewijn of Alewijn, lid van de Staten-generaal van Gelderland en zoon van den Gelderschen muntmeester Jacob, die in 1606 te Harderwijk stierf, maar een geboren Amsterdammer was.
|